Algemeen

Als in de avondmaalsliturgie het Onze Vader is gebeden (dan luidt de klok), de inzettingswoorden zijn gesproken en het Agnus Dei (Lam Gods) is gezongen, nodigt de voorganger de mensen uit naar voren te komen, te beginnen met hen die in het linkervak (vanaf het podium gezien) zitten.
Het kan zijn dat een tweede kring noodzakelijk is, in één kring gaan ongeveer 30 mensen.
 
Organisatie
- Wijn, een avondmaalsstel en papieren servetten zijn in de Lutherkerk aanwezig.
- Het brood wordt meegenomen door de dienstdoende diaken uit de “eigen” kerk waar diezelfde zondagmorgen een avondmaalsviering is gehouden.
- De diaken draagt zorg dat er repen brood liggen op de grote schaal en er voldoende gebroken brood ligt op de zilveren schaal op voetstuk, waarmee wordt rondgegaan.
- Aan een kringviering kan ook zittend worden deelgenomen. Men neemt dan plaats op de voorste rij rechts (vanaf het podium gezien). Dit dient op de gestencilde liturgie vermeld of duidelijk door de predikant gezegd te worden.
- De eerste kring wordt dan zo gevormd, dat wie op die eerste rij zit, zich in de kring weet opgenomen.
- De dienstdoende diaken staat links van de voorganger en de dienstdoende ouderling rechts van de voorganger.
              
Op het liturgisch centrum
Brood: De diaken deelt (met de klok mee) brood aan allen in de kring, legt het bij ieder in de hand (niet: men neemt, maar: men ontvangt), te beginnen bij de voorganger. Mogelijke woorden bij het uitdelen van het brood: lichaam van Christus, het lichaam van Christus voor u/jou gegeven, brood dat leven geeft, manna uit de hemel, brood voor onderweg. Aan het eind van de rondgang deelt de diaken brood aan de laatste ambtsdrager (diaken, als er daar twee van zijn, of ouderling), die op zijn/haar beurt de diaken het brood uitreikt.
Wijn: Nadat ± 7 mensen het brood hebben ontvangen volgt de voorganger met de beker en deelt de wijn. Mogelijke woorden bij het aangeven van de beker: bloed van Christus, het bloed van Christus voor u/jou vergoten, de wijn van Gods Koninkrijk, leven en overvloed. Aan het eind van deze rondgang deelt de diaken de wijn aan de voorganger.
- Hierna geven allen in de kring elkaar een hand en vormen een gesloten cirkel. De voorganger spreekt een zegenwens en besluit de tafel met dankgebed. Daarna gaan allen weer naar hun plaats.
- Als een tweede kring volgt, gaat dat met medewerking van dezelfde dienstdoende ambtsdragers op identieke wijze.
 
aangepast: januari 2015